Zondag staan we stil bij het vierde kenmerk van een gezonde gemeente: Effectieve structuren.
Nu klinkt dat misschien wat organisatorisch in de oren en mogelijk roept dat de vraag op: Hoe zit het dan met de Geest? Het hangt toch van Gods Geest af of er een gezonde gemeente is? Structuren zijn soms heel beperkend en niet zelden zelfs een belemmering voor geestelijke groei. Dat kan op allerlei niveaus het geval zijn. Wanneer een structuur geestelijke groei in een gemeenschap belemmert, moet zij aangepakt worden, bijgesteld of afgeschaft. Daarom spreken we over effectieve structuren. Het beoogde effect van een structuur moet zijn: bevorderen van de groei van Gods Koninkrijk in het leven van de gemeente en daar buiten, om zo God te dienen en te eren. Wanneer een structuur daar niet aan bijdraagt, staat zij ter discussie. Ook wanneer die structuur een gewoonte is die we al tientallen jaren toepassen. Gods belangen wegen zwaarder dan onze gewenning.
Structuren moeten altijd gezien worden als middelen om een doel te bereiken. Ons doel is: God eren en zijn Koninkrijk bouwen in afhankelijkheid van Gods Geest. Een structuur afgestemd op dit doel is bruikbaar en vruchtbaar. Denk bijvoorbeeld aan een dorre akker enkele honderden meters van een rivier. De boer zaait, maar heeft water nodig. Hij graaft een irrigatiekanaaltje en bevloeit zo zijn akker. Het gewas groeit voorspoedig, dankzij een effectieve structuur. Het bestaansrecht van het kanaal is verbonden met het gewas op de akker. Zo moet het ook met onze structuren zijn.
Structuren moeten altijd gezien worden als middelen om een doel te bereiken. Ons doel is: God eren en zijn Koninkrijk bouwen in afhankelijkheid van Gods Geest. Een structuur afgestemd op dit doel is bruikbaar en vruchtbaar. Denk bijvoorbeeld aan een dorre akker enkele honderden meters van een rivier. De boer zaait, maar heeft water nodig. Hij graaft een irrigatiekanaaltje en bevloeit zo zijn akker. Het gewas groeit voorspoedig, dankzij een effectieve structuur. Het bestaansrecht van het kanaal is verbonden met het gewas op de akker. Zo moet het ook met onze structuren zijn.
Hessel wil het derde kenmerk belichten aan de hand van Efeze 3 vers 14 t/m 4 vers 16. Hij zegt daar zelf over:
"Paulus legt daarin uit wat het wezen van de kerk is: een gemeenschap van mensen die aan elkaar vast zitten door de liefde van Christus. Hij is zelf het fundament en het Hoofd van de kerk; de kracht van Zijn liefde moet dan ook in de kerk tot uitdrukking komen om daardoor Gods reddingsplan voor de wereld ten uitvoer te brengen. De kerk is daarmee een middel, en geen doel in zichzelf.Centraal in Christelijk geloof staat niet de gelovige, en ook niet de kerk, maar God zelf en Zijn eer, Zijn doel.
Alle middelen - dus ook de kerk - moeten daar steeds weer op aangepast worden."
Iedereen is van harte welkom!